Veel gestelde vragen over HyperVen

Veel gestelde vragen over HyperVen

In dit artikel vindt u veelgestelde vragen en antwoorden over de HyperVen therapie. Deze therapie is gebleken uitermate effectief te zijn bij chronische hyperventilatie. De antwoorden zijn met zorg samengesteld. Kijk eerst of u vraag er tussen staat. Zo niet, neem dan contact met ons op via het contactformulier. Klik op een vraag om het bijbehorende antwoord te lezen.

VRAGEN EN ANTWOORDEN

Is het inhouden van adem gevaarlijk?
Is het inhouden van adem gevaarlijk?

Eén van de meest gestelde vragen over de HyperVen therapie is of het inhouden van de adem gevaarlijk is. In een aantal boeken die over hyperventilatie gaan, wordt dit namelijk zo gesteld. Daarom stelden wij deze vraag aan drie onafhankelijke medische panels. Hieronder kunt u de antwoorden van die panels lezen. De vragen die wij stelden waren:

  1. Is het inderdaad gevaarlijk om de adem (zo lang mogelijk) in te houden?
  2. Is dit voor mensen die hyperventileren gevaarlijker dan voor mensen die niet hyperventileren?
  3. Zijn er aandoeningen waarbij het inhouden van de adem een extra risico met zich meebrengt?

De antwoorden van vraagdedokter.nl

De antwoorden van www.vraagdedokter.nl waren als volgt:

  1. Het inhouden van de adem is op zich niet gevaarlijk, maar voor het beheersen van een hyperventilatie aanval is die erg zinnig. Probeer eens zelf zo lang mogelijk uw adem in te houden: als reactie haalt u nadien een aantal malen diep adem. Dan is het effect van de ademstop weer verdwenen. Een eenvoudige truc is bij de uitademing de adem in meer etappes uit te blazen, met twee tellen pauze tussen iedere keer.
  2. Neen.
  3. Ja, met name mensen met hartproblemen (maar dan moeten er wel acute momenten in zijn).

De antwoorden van dokter.nl

De antwoorden van www.dokter.nl waren als volgt:

  1. Onder bepaalde omstandigheden kan het gevaarlijk zijn de adem lang in te houden. Hierbij wordt namelijk de zuurstofspanning in het bloed verlaagd en het koolzuurdioxide in het bloed verhoogd. Hierdoor kan het zuur/base evenwicht veranderen en dit kan bij daartoe gepredisponeerde personen hartritmestoornissen geven. Over het algemeen zullen dit personen zijn die al ouder zijn en bekend zijn met een hartlijden, dus zeker niet de meest voorkomende groep van de mensen lijdend aan hyperventilatie.
  2. Het antwoord op vraag 1 is eigenlijk ook een antwoord op vraag 2. In principe is er geen verschil in gevaar voor hyperventilerende versus niet hyperventilerende mensen.
  3. Zie hier dus ook het antwoord bij vraag 1.

De antwoorden van mijnspecialist.nl

De antwoorden van www.mijnspecialist.nl waren als volgt:

Uw vraag is nogal complex en zal door 2 specialisten worden beantwoord:

  1. Normaliter is het niet gevaarlijk je adem zo lang mogelijk in te houden. er is een duidelijke ademprikkel, die ontstaat doordat het koolzuurgas in het bloed oploopt bij niet ademen. Meestal is het zo, dat de verhoging van de koolzuurspiegel eerder aanleiding geeft tot een ademprikkel dan dat de verlaging van de zuurstof concentratie aanleiding geeft tot bewusteloosheid.
  2. Nee. Specifiek probleem is wel in het zwembad: daar kunnen mensen verdrinken doordat ze eerst heftig hyperventileren. De ademprikkel wordt dan zo lang uitgesteld, dat ze bewusteloos raken onder water en verdrinken. Boven water kunnen ze wel wegraken, maar als ze wegraken gaan ze weer ademen, en komen ze weer bij. Natuurlijk geen fraai gezicht.
  3. Een aantal punten waar je aan moet denken:
    • Als iemand hyperventileert, kan dat primair zijn (is door jullie te behandelen ziektebeeld). Dat wil zeggen zonder duidelijke fysieke oorzaak. Het kan ook secundair zijn, dat wil zeggen op basis van een ziekte. Hierbij kan gedacht worden aan longembolie, hartafwijkingen etc. Het is dus van belang om dit soort problemen eerst uitgesloten te hebben voor je iemand gaat behandelen voor hyperventilatie. Dat kan alleen door een medicus.
    • De categorie mensen met zware COPD (“chronische bronchitis, emfyseem, roken”) zal waarschijnlijk zijn adem niet goed in kunnen houden. Er is bij hen sprake van een te lage zuurstofspanning in het bloed door een verminderde gaswisseling in de longen. Ook is er sprake van een verhoogde koolzuurspanning, waardoor deze mensen al wat sneller moeten ademen. Ook mensen met hypoxemie (= laag zuurstof gehalte van het bloed) om andere redenen (bijvoorbeeld (aangeboren) hartafwijkingen), kunnen in de problemen komen als ze hun adem lang inhouden. Patiënten met ernstig longlijden en/of hartlijden zouden dus van de therapie moeten worden uitgesloten.

Forceren kan op diverse manieren. Teveel druk zetten is een vorm van forceren. De ademhaling moet wel volledig zijn, maar niet met extreme druk in de longen. Je herkent dit vaak omdat je dan probeert om wat lucht weg te slikken tijdens het inhouden van de adem. Dat doe je dan onwillekeurig om de druk te verminderen. 

Een andere vorm van forceren is langer volhouden dan comfortabel is. Elke trial is een periode waarin het ademcentrum aan een verhoogde kooldioxide waarde (CO2) kan wennen. Het extreem lang inhouden tijdens een trial maakt voor de therapie weinig verschil, maar qua belasting van jezelf wel. Je versnelt de tijd die de HyperVen therapie gaat duren er niet door en maakt het voor jezelf alleen maar minder aangenaam om de oefeningen te doen. Mensen die forceren haken eerder af dan mensen die het op een gecontroleerde rustige manier doen.

Denk eens aan iemand die gaat duiken bijvoorbeeld een parelvisser. Die zal zeker niet tot het uiterste gaan, maar het rustig opbouwen. Uiteindelijk kan de parelvisser minuten lang onderwater blijven terwijl hij zelfs zwemt en dus CO2 produceert. Het rustige opbouwen van de CO2 tolerantie van het ademcentrum werkt het meest effectief en is veel makkelijker vol te houden. 

Afvallen is een lastige materie. Als je te weinig eet, heb je te weinig brandstof voor je lichaamsprocessen. De hersenen – als een van de grootste verbruikers van brandstof – merken meestal meteen als je minder gaat eten. De conclusie van de primitievere delen van de hersenen is dan dat er een schaarste aan voedsel is en ze gaan het lichaam in een “verminderd verbruik” modus zetten. Oftewel je verbranding omlaag schroeven. Voor mensen met chronische hyperventilatie leidt dat meestal meteen tot een verergering van klachten. Dat komt omdat je dan minder energie hebt om de onderliggende stress tegen te houden. Daarnaast draaien veel processen al verminderd goed door de te lage zuurgraad. Als daar dan nog eens een verlaagde verbranding aan toegevoegd wordt, betekent dat nog weer een verergering van klachten. 

Kan je dan helemaal niet afvallen terwijl je chronische hyperventilatie hebt? Ja dat kan wel, maar het vereist wel een wat speciale en aangepaste methode. Wat je moet doen is:

  1. De verbranding hoog houden
  2. De calorie-intake net boven de grens houden waarop de verbranding optimaal blijft 

Dat is erg lastig realiseerbaar. Je moet - door uitproberen (of door bewust calorieën te gaan tellen) – erachter zien te komen hoeveel je lichaam nodig heeft om de verbranding op peil te houden. Zorg dan dat je de hele dag door kleine beetjes eet. Telkens als je een honger gevoel krijgt moet je meteen iets eten voordat de hersenen besluiten om het lichaam in een lagere verbrandingsmodus te zetten. Als je dat precies weet te balanceren ga je afvallen… langzaam maar zeker… Ook gevarieerd eten is erg belangrijk omdat de hersenen dat ervaren als zijnde "overvloed"…. 

  • Zorg dat je genoeg eet 
  • Eet kleine beetjes 
  • Eet de hele dag door (niet meer dan 2 uur er tussen houden) 
  • Let op de calorieën (vet en koolhydraten) 
  • Vermijd het hongergevoel

De HyperVen therapie is inderdaad een zware therapie waar je voor gemotiveerd moet zijn om het 4 maanden lang 2 of 3 keer per dag vol te houden. Toch maken veel mensen de therapie moeilijker dan nodig is. Dat komt omdat men:

  • Teveel op de trial-scores let
  • Zichzelf teveel druk oplegt. Prestatiedrang is overigens een karakterkenmerk van mensen die een hyperventilatie syndroom ontwikkelen.
  • Wij vaak te veel andere sores om handen hebben, waardoor de therapie er even snel tussendoor gedaan moet worden

Er zijn een aantal denkpatronen die je kunt veranderen waardoor de therapie plotseling een stuk eenvoudiger wordt:

a. De trial-scores zijn niet direct van belang. Ook al heb je een dag of een aantal dagen achter elkaar met een significant lagere scores, dan nog is dat niet relevant. Let niet op de scores van trials maar op het verloop van de voortgangsgrafiek. Die geeft namelijk aan hoe de instelling van het ademcentrum geleidelijk aan verandert. 

b. De therapie moet geen absolute must zijn waar je geen enkele keer van mag overslaan. Het is namelijk zo dat als de grens van het ademcentrum iets is verlegd, het ademcentrum er alles aan zal doen om die nieuwe waarde vast te houden. Dus als je een keer overslaat is dat echt niet erg. Probeer natuurlijk wel om de therapie 2 of 3 keer per dag te blijven doen.

c. Inderdaad hebben wij het allemaal heel erg druk. En dat houdt in dat er voor de therapie niet veel tijd overblijft. Maar als je twee keer per dag therapie doet, kost je dat ongeveer een uur per dag. Dat lijkt veel maar in feite is dat een uur voor jezelf. Een uur waar je echt eens voor jezelf iets kunt doen. Veel mensen doen meditatie of gaan een uurtje televisie kijken om te ontspannen. Gun jezelf dat uurtje ontspanning. Van de HyperVen therapie gaat namelijk ook een ontspannende werking uit, vermits je jezelf niet onder druk zet natuurlijk).

+ - + - +

De volgende gedachtegang maakt de therapie wellicht gemakkelijker voor u:

Denk eens aan een parelvisser. Deze mensen duiken onder water om parels te zoeken. In het begin kunnen ze ongeveer 1 minuut onder water zwemmen. Na een paar maanden is dat opgelopen tot zo'n 4 a 5 minuten... Deze mensen doen feitelijk een vergelijkbare dezelfde therapie, alleen zonder enige vorm van druk. De duiker zal zichzelf nooit een score opleggen of zichzelf dwingen om te duiken. Door de relaxte manier van benaderen: "als ik benauwd gevoel ervaar, zwem ik gewoon naar boven om lucht te halen" gaat de tolerantie van hun ademcentrum voor kooldioxide stijgingen met sprongen omhoog. Het is de kunst om de therapie met een dergelijke houding te doen. Geen druk maar rustig volhouden totdat het niet meer gaat. Dan rustig uitblazen om nog even te rekken en als het echt niet meer gaat, rustig beginnen met inademen.

+ - + - +

Het is onze prestatiedwang enerzijds en ons verlangen om zo snel mogelijk beter te worden anderzijds, waardoor we de therapie veel moeilijker maken dan hij hoeft te zijn. Probeer om je denkpatroon te verleggen naar die van die parelvisser. "Ik ga gewoon rustig de HyperVen therapie doen, ik zie het als een uurtje ontspanning voor mezelf, en in de grafiek zie ik dan het resultaat wel".

Met deze benadering is de therapie veel makkelijker vol te houden, omdat het geforceerde karakter er van af is...

In principe raden we iedereen aan om niet teveel aandacht aan de scores te besteden. Het is een bekend verschijnsel dat gedurende de therapie de scores behoorlijk op en neer kunnen gaan. Er zijn heel veel factoren die de tijd dat je de adem kunt inhouden beïnvloeden (dat geldt overigens ook voor mensen die geen chronische hyperventilatie hebben). Daarom moet je niet te veel waarde aan individuele trials of sessies hechten. Zolang het gemiddelde langzaam omhoog gaat - wat met ups en downs gepaard gaat - wordt de grens van het ademhalingscentrum verlegd en bouwen we langzaam maar zeker weer kooldioxide buffers op. En dat is waar het om gaat.

Iets anders is het, als je totaal geen stijging meer ervaart: de grafiek blijft rond hetzelfde punt schommelen en je klachten nemen op geen enkele wijze af. Dan is de kans groot dat de bron van de angsten of andere oorzaken - de oorzaken waardoor je bent gaan hyperventileren - nog aanwezig zijn. Dan worden de scores wel belangrijk omdat zij dan een hulpmiddel  en indicatie kunnen zijn om te bepalen welke factoren positief en welke negatief werken. Daarmee kan dan de bron van het probleem worden opgespoord. 

Resumé

Let in principe niet op de scores van de trials en de sessies, maar op het verloop van de voortgangsgrafiek. Kom je gedurende langere tijd vast te zitten, probeer dan om na te gaan wanneer het goed en wanneer het minder goed gaat. Mogelijk vindt je dan een aanwijzing voor de oorzaken van jouw chronische hyperventilatie. 

Bij chronische hyperventilatie is het bloed doorgaans alkalisch. In een alkalisch milieu kunnen de rode bloedlichaampjes hun zuurstof niet goed afgeven aan de spieren en andere weefsels. Daarom zijn de sportieve prestaties van mensen met hyperventilatie meestal een stuk minder. Dat wordt beter naarmate de gemiddelde zuurgraad in het bloed hoger wordt en er meer kooldioxidebuffer in het bloed komt.

Ook gaan mensen met hyperventilatie NA het sporten vaak te lang door met de - door het sporten - versnelde ademhaling. Daardoor ervaren mensen dat ze lang nodig hebt om te "recoveren" na het sporten. 

Resumé

Wij adviseren om naast de therapie licht te sporten, ook al gaat het sporten wat minder. Sporten is een onderdeel van de belangrijke gezonde levensstijl welke een voorwaarde is om blijvend van chronische hyperventilatie te genezen. Sporten is ook belangrijk omdat je daardoor stress vermindert en fysiek en mentaal sterker wordt. Daardoor kan je beter met hyperventilatie omgaan en zal ook de therapie beter verlopen. Je zult zien dat door de therapie met HyperVen de sportieve prestaties uiteindelijk ook weer zullen gaan verbeteren en normaliseren. 

De hoge borstademhaling - ook wel genoemd een thoracale ademhaling (naar de thorax = borst) - is vaak eerder een gevolg van het hyperventileren dan een oorzaak. Eigenlijk gaan we zo ademhalen omdat we sneller "willen" ademhalen. Bij een borstademhaling kan de frequentie gemakkelijker hoger zijn dan bij een buikademhaling (ook wel genoemd een abdominale ademhaling). Het gevolg is dat we onbewust vaak onze ademhaling naar de borst verleggen omdat we hyperventileren. 

Het tegenovergestelde zie je ook. Als mensen door het doen van de HyperVen therapie minder behoefte krijgen aan de snelle thoracale ademhaling, gaan ze - wederom onbewust - vanzelf weer met hun buik / flanken ademhalen. Borstademhaling is dus meer een symptoom dan een oorzaak van het chronische hyperventilatie syndroom.

Dat neemt niet weg dat leren ademhalen vanuit de buik een positief effect heeft op het beter worden. Alleen is het niet voldoende om alleen dat aspect van hyperventilatie aan te pakken. Het doen van de therapie met HyperVen normaliseert vaak het ademhalingstype vanzelf weer. Soms hebben mensen er baat bij om de buikademhaling te stimuleren. Op zich is dat een goede aanvulling van de therapie. Het is wel vaak lastig om de ademhaling de gehele dag in de gaten te blijven houden, vooral als je het druk hebt. 

Op zich is fysiotherapie of ademhalingstherapie een goed idee. Je leert beter en rustiger ademen (buikademhaling in plaats van de hoge borstademhaling). Het probleem is dat je onmogelijk de hele dag met je ademhaling bezig kunt zijn. De meeste tijd wordt de ademhaling aan het ademcentrum overgelaten. En daar ligt nu juist het probleem. Het ademcentrum is bij mensen met chronische hyperventilatie ingesteld op een te lage zuurgraad. En regelt dus de ademhaling op die instelling. Het ademcentrum handhaaft dus de zuurgraad waarop het is ingesteld, ook al haal je op de juiste wijze adem... 

Daarom zien we vaak dat mensen tijdelijk wel een verbetering merken door fysiotherapie, maar op de langere termijn gaat het vaak weer mis. Er verandert namelijk heel weinig aan de instelling van het ademcetrum door de "gewone" ademhalingsoefeningen. 

De HyperVen therapie dwingt het ademcentrum in een nieuwe instelling, namelijk een hogere zuurgraad in het bloed. Als het ademcentrum die nieuwe instelling heeft aangenomen, gaat het de ademhaling regelen op die nieuwe instelling en handhaaft dan de zuurgraad die hoort bij die nieuwe instelling. En daar verschilt de therapie met HyperVen dus wezenlijk van andere therapieën. 

Een ander - minstens even belangrijk aspect - van de therapie met HyperVen, is dat door de andere instelling van het ademcentrum er buffers worden aangemaakt die hyperventilatie gaan opvangen. Bij mensen die geen last hebben van chronische hyperventilatie, vangen die buffers spannende (stress) situaties op. Daardoor merken zij niets van de symptomen en klachten die horen bij chronische hyperventilatie. Als de spannende situatie voorbij is, worden de buffers weer aangevuld tot het juiste niveau.

Doordat bij andere therapieën de instelling van het ademcentrum niet wordt aangepast, worden er ook geen buffers aangemaakt. Daarom blijf je heel kwetsbaar en blijf je eigenlijk hangen op een niveau waar bij de minste of geringste stress de hyperventilatie-klachten meteen weer de kop op steken. Daar zit het dus het grote verschil met bestaande therapieën en de HyperVen therapie

Angsten kunnen de oorzaak zijn van hyperventilatie. Toch zien we dat het meestal de psychosociale druk en stress van de dagelijkse beslommeringen is, die de primaire oorzaak is van het hyperventileren. De angsten komen vaak pas later, zodra de symptomen en klachten zich beginnen te manifesteren. Met name de hypochondrische angsten ( dat zijn angsten voor ziekten, hartaanvallen, hersenbloedingen, enzovoort) komen pas in deze fase op.

Verdwijnen die angsten dan met HyperVen?

De angsten die als gevolg moeten worden aangemerkt - zoals bijvoorbeeld de hypochondrische angsten - zullen vaak gaan verdwijnen zodra de symptomen en klachten van het hyperventilatie syndroom minder worden. Het vertrouwen in het eigen lichaam neemt toe en daarmee wordt de koppeling angst-hyperventilatie-angst doorbroken. Als angsten een primaire oorzaak zijn van de chronische hyperventilatie en die angsten niet worden weggenomen door psychotherapie en/of medicijnen, dan is het doen van de HyperVen therapie vaak een lange weg en is de kans op terugval zeker ook aanwezig. In die gevallen is een combinatie van HyperVen en psychotherapie aan te bevelen. 

Perfectionisme

Perfectionisme is geen angst of fobie, maar een karaktereigenschap die de meeste van de mensen die een hyperventilatie syndroom ontwikkelen hebben. Het ligt dan aan de de persoonsstructuur van de patienten. Soms is deze eigenschap tot in het extreme aanwezig. We benoemen deze toch in deze vraag omdat het vaak een grote rol speelt in het ontwikkelen van het hyperventilatie syndroom. Op zich is perfectionisme een goede eigenschap, zolang het maar niet tot hyperventilatie leidt. Het is de kunst om de balans tussen je eigen perfectionisme en het kunnen los laten van dingen te vinden. Ook het kunnen accepteren van mensen die dat perfectionisme niet hebben hoort daar bij. Dat is soms nog het moeilijkste.  

Faalangst

Ook faalangst is een bekende factor in het ontwikkelen van het hyperventilatie syndroom. Het twijfelen aan eigen kunnen en toch moeten presteren levert vaak angst op. En angst zet het ademcentrum aan tot verhoogde activiteit... Met de ons bekende gevolgen... Hier is het een psychologisch probleem dat je zelf (of met hulp) moet zien op te lossen. De faalangst is meestal ontstaan al in de jeugd, waarbij er onvoldoende zelfvertrouwen is aangeleerd. Ouders, leraren en vrienden en vriendinnen - en niet te vergeten je eigen karakter - hebben hierbij een rol gespeeld.

Het overwinnen van faalangst is een groeiproces. Je kunt jezelf overtuigen van je eigen kunnen. Als gezond mens met twee handen en een stel hersenen, kun je nagenoeg alles leren wat andere mensen ook kunnen. Misschien niet op een topniveau, maar je kunt het wel leren. Dat je af en toe fouten maakt is niets bijzonders. Dat doet iedereen, ook die personen zonder faalangst. Het zijn onze ingesleten reacties (reflexen) die ons telkens weer bevestigen dat we "het niet kunnen". Veel beter is een reactie zoals zoals: "oh, ik heb een fout gemaakt, jammer dan." Je kunt dit jezelf leren. Het kost veel moeite, maar het kan.

Fobieën

De fobieën zijn vaak het hardnekkigst bij chronische hyperventilatie. Dat komt omdat het ingesleten reacties zijn (reflexen) om op een bepaalde manier te reageren op een bepaalde situatie. Fobieën worden meestal ontwikkeld nadat de chronische hyperventilatie zich begint te manifesteren. Het vertrouwen in het eigen lichaam neemt af (we kunnen niet zoveel meer) en de symptomen en klachten wijzen op fysieke problemen. Omdat de klachten vooral in fobische situaties optreden, gaan we die situaties vermijden. Fobieën zijn dus veel meer gevolg terwijl angsten vaak meer oorzaak zijn, vooral in het begin.

Als de chronische hyperventilatie fysiek wordt genezen met behulp van de HyperVen therapie en de hyperventilatie oorzaken zijn ook verdwenen (of in ieder geval onderkend), kunnen uiteindelijk ook de fobieën gaan verdwijnen. Maar we moeten eerst weer vertrouwen krijgen in eigen kunnen. Omdat het zo'n ingesleten reactie is, is het moeilijk om daar vanaf te komen.

In de praktijk zien we dat het ongeveer een jaar duurt na het starten van de therapie, voordat mensen voldoende vertrouwen hebben om de fobische situaties weer tegemoet te treden. Als ze dan gaan merken dat de klachten uitblijven, kweken ze meer en meer vertrouwen en verdwijnen uiteindelijk ook de fobieën. 

De combinatie van astma en chronische hyperventilatie komt vrij vaak voor. Voor mensen met astma is de HyperVen therapie vaak extra zwaar. Toch raden wij het niet af. Wel is het zaak om de behandelend arts op de hoogte te stellen dat je de HyperVen therapie doet of gaat doen, zodat deze ook weet dat dit een factor is geworden waarmee de arts eventueel rekening moet houden. Het is ook zaak om als je last hebt van astma, niet te forceren. Liever een paar maanden langer over de therapie doen dan de boel forceren waardoor astma aanvallen kunnen voorkomen. Dus wees extra voorzichtig als je last van astma hebt. 

Als je andere longaandoeningen hebt, kan het zijn dat je de therapie niet mag doen. Maar dat weet je pas als je de uitslag hebt. Bespreek de therapie dan altijd eerst met de longarts en kijk wat die er van vindt. 

Wees voorzichtig met andere ademhalingsoefeningen. De meeste zijn wel in orde zoals buik- en flankademhalingsoefeningen, maar er zijn ook oefeningen bij die je beter niet kunt doen. Zo zijn er bijvoorbeeld een aantal oefeningen in de yoga die niet goed zijn voor mensen met chronische hyperventilatie. Dit gaat dan met name om oefeningen waarbij er snel uit- en ingeademd moet worden.

Over het algemeen is het het beste om de ademhaling over te laten aan het ademcentrum, behalve natuurlijk tijdens de HyperVen therapie. Iedere andere bemoeienis met het ademcentrum kan men over het algemeen beter achterwege laten omdat het effect ervan onbekend is. 

Het genezingsproces is bij iedereen verschillend. Sommigen merken al na enkele weken een enorme verbetering. Bij sommigen duurt het (veel) langer. Dat is afhankelijk van een een aantal factoren, zoals:

  • Hoe diep zit je in het hyperventilatie syndroom?
  • Zijn er nog stressbronnen of andere oorzaken aanwezig?
  • Hoe is de fysieke conditie?
  • Heb je regelmaat in het doen van de oefeningen?
  • Neem je voldoende nachtrust en leef je met een gezonde levensstijl?

Binnen 4 maanden moet er een significante verbetering van de symptomen en klachten zijn opgetreden. Ook de grafiek moet - over het geheel - steeds zijn gestegen, totdat hij na die 4 maanden therapie ongeveer afvlakt. Voor het gehele genezingsproces - waarbij ook de mentale aanpassing van het leven zonder symptomen en klachten van de chronische hyperventilatie plaats vindt - moet men ongeveer 1 jaar rekenen. 

De sleutel naar succes

De volgende 2 factoren zijn een sleutel voor het genezingsproces: 

  1. de oorspronkelijke (primaire) oorzaak die de hyperventilatie veroorzaakte is niet meer aanwezig
  2. men valt niet terug in de oude en destructieve levensstijl waardoor de hyperventilatie primair werd veroorzaakt. Een gezonde levensstijl is de sleutel om blijvend te genezen. Sommigen mensen vallen soms - helaas - weer terug in hun oude destructieve patroon

HyperVen is extra zwaar en een langdurig proces als je een burn-out hebt. Bij burn-out is ook de psychische overbelasting een heel belangrijke factor. Daarvoor moet je echt rust nemen en wij adviseren vaak om in deze situatie meer rust te nemen dan normaal of extra rust te zoeken in yoga en meditatie. Ook licht sporten komt in aanmerking (fysiek vermoeiend, maar geestelijk ontspannend). 

Burn-out is een lastig probleem. Bij een burn-out speelt stress de grootste rol. Dat heeft allerlei systemen ontregeld en chronische hyperventilatie is daar vaak ook een gevolg van. Daarnaast gaat chronische hyperventilatie ook nog eens zijn eigen klachten veroorzaken waardoor je nog verder in het diepe dal wordt gedrukt. Door de HyperVen therapie te doen ben je op de goede weg. Maar de onderliggende oorzaak, namelijk de diepliggende en vastgezette stress los je vaak niet zo makkelijk op. Wat men  vaak ziet is dat zodra men ontspant de stress zich onmiddellijk begint de manifesteren. Dat leidt dan meteen weer tot de bekende hyperventilatie symptomen en klachten

Het is het mechanisme van ons zenuwstelsel, dat we tijdens rust (slaap of diepe ontspanning) stress gaan losmaken en oplossen. Dat mechanisme komt vanzelf op gang zodat je in rust bent. Hierdoor onderhoudt ons lichaam ons zenuwstelsel. De klachten die men dan ervaart zijn eigenlijk toe te schrijven aan het genezingsproces. Het is belangrijk om dat te herkennen. De stress lost zich op via ons bewustzijn als we wakker zijn en via dromen als we slapen. Ontspanning  is dus een belangrijke factor. Maar pas op dat je niet TE veel ontspanning krijgt. De hoeveelheid stress die wordt losgemaakt kan dan teveel worden om te hanteren. 

Resumé

HyperVen kan je zeker doen als je in de burn-out situatie zit. Maar het genezingsproces van een burn-out is een langdurig proces. Het laat zich meestal meten in jaren en niet in weken. Tijdens die periode wordt men vaak geconfronteerd met veel ups- en downs. Belangrijk is om te begrijpen dat de klachten die je ervaart tijdens en vaak ook na de ontspanning, de onderliggende stress is die verwerkt wordt door het zenuwstelsel. Men is vaak  geneigd om te denken dat het dan slechter gaat, terwijl men eigenlijk juist aan het genezen is... 

Telkens als je de HyperVen therapie hebt gedaan, zal het ademcentrum proberen om die nieuwe ingestelde waarde vast te gaan houden. Dat is een veiligheidsvoorziening die (gelukkig) is ingebouwd in ons lichaam. Het ademcentrum verandert niet zomaar van instelling.  

Dus het is geen probleem als je - door wat voor oorzaak dan ook - even moet stoppen met de HyperVen therapie. Veel mensen zijn bang om terug te vallen en stoppen dan niet terwijl dat soms nodig is. Griep, hoofdpijn en andere oorzaken kunnen er voor zorgen dat je tijdelijk even moet stoppen. 

Een stopweek inlassen

In sommige gevallen adviseren wij zelfs mensen om hun HyperVen therapie tijdelijk even te onderbreken. We lassen dan een stopweek in. In die week krijgt het lichaam even rust en kan het ademcentrum de nodige aanpassingen maken. Vaak zien we dat scores na zo'n stopweek plotseling weer verder gaan stijgen. 

Op deze vraag is niet echt een eenduidig antwoord te geven. Het hangt van veel factoren af. De meeste mensen die last hebben van chronische hyperventilatie zitten vaak ver onder de 1 minuut als ze beginnen. Over het algemeen kan men stellen dat mensen die gezond zijn en geen longafwijkingen hebben, vrij gemakkelijk 1 minuut de adem in kunnen houden.

Maar er zijn ook mensen die met langer dan 1 minuut starten en toch last van het hyperventilatie syndroom blijken te hebben. Vaak zijn dit mensen die veel gesport hebben en dan met name mensen die veel gezwommen hebben. Hoe lang men de adem kan inhouden wordt natuurlijk primair bepaald door het ademcentrum. Maar de volgende factoren spelen hierbij zeker ook een rol:

  • longvolume
  • lichaamsbouw
  • fysieke conditie
  • roken
  • drinken
  • voldoende nachtrust
  • levensstijl 

Belangrijk is om niet te te letten op wat anderen scoren. De vooruitgang wordt zichtbaar in de voortgangsgrafiek.  Zolang als die grafiek over het algemeen stijgt, neemt de tolerantie voor kooldioxidestijgingen toe en is men dus aan het genezen. 

In de praktijk blijkt dat dit voor veel mensen toch lastiger is dan het zo op het eerste oog lijkt. Veel mensen zetten veel te hoge druk. Anderen forceren de tijd dat ze adem kunnen inhouden. De volgende richtlijnen kunnen je helpen om je techniek te verbeteren:

  • Zorg voor de goede stoel waarin je ontspannen kan zitten. Doe de oefeningen bij voorkeur zittend en niet liggend. 
  • Adem volledig in zonder hoge druk op longen en keel te zetten
  • Zorg er tijdens het inhouden van de adem voor dat alle lichaamsdelen goed ontspannen blijven. Trek je schouders niet op maar laat deze naar beneden hangen. Ontspan schouders, armen en benen tijdens het inhouden van de adem, maar vooral ook in de trial-pauzes.
  • Houd de adem zoveel mogelijk vast met de borstspieren. Er mag geen druk op de keel staan. Een goede manier om dit te controleren is om tijdens het inhouden van de adem even de mond open te doen. Er mag dan geen lucht ontsnappen.  
  • knijp NIET de neus dicht met duim en wijsvinger. Door de neus dicht te knijpen, wordt de druk via de Eustachius buis verlegd naar het binnenoor. Dit kan tot nare oorklachten leiden. 
  • Zorg voor een rustige omgeving. Zet eventueel een rustig achtergrondmuziekje op.
  • Zorg voor een glas water zodat je in de trial-pauzes even wat kunt drinken. Dat smeert de keel en voorkomt keelklachten. 
  • Zorg voor minimale afleiding tijdens het inhouden van de adem. Ga geen boek lezen of internetten, maar gebruik de tijd om je te focussen op het inhouden van de adem. 
  • Als je merkt dat je benauwd begint te worden, adem dan rustig uit. Ga niet door totdat het echt niet meer gaat. Soms gaan mensen zover door dat hun middenrif begint te trekken. Wat er dan gebeurt, is dat het ademcentrum de inademing al triggert, terwijl je de adem nog aan het inhouden bent. Dit is een duidelijk teken van forceren. Adem wat eerder uit als je dit begint te merken. 

In de pauzes tussen de trials moet je de ademhaling overlaten aan het ademcentrum. Sommige mensen hebben ontdekt dat als je voor een trial even een aantal keren diep in- en uitademt, je daarna veel langer de adem kunt inhouden. Het idee dat dit beter is voor de therapie is een grote misvatting. Wat je feitelijk doet, is het kooldioxidegehalte snel laten dalen, terwijl de therapie er juist op gericht is om het kooldioxide niveau te verhogen en het ademcentrum daaraan te laten wennen. De betere score die je krijgt, is contra-indicatief en het effect is averechts. Het dwingende effect op het ademcentrum neemt af. De hogere scores zijn in deze situatie juist een slecht teken.

Het gaat in de HyperVen therapie niet om de scores, maar om het ademcentrum te leren met een hogere kooldioxide waarde in het bloed om te gaan. De scores zijn slechts een hulpmiddel. Dus staar je niet blind op die scores. En laat in de trial-pauzes het ademcentrum de ademhaling regelen, zoals de natuur het heeft bedoeld. 

Een extra waarschuwing voor mensen die onder water gaan zwemmen.  Vooral in deze situatie is het vooraf een aantal malen diep in- en uitademen - waardoor je langer de adem kunt inhouden en dus ook langer onder water kunt blijven - ronduit gevaarlijk. Door de veranderende druk onder water, kan het ademcentrum de impuls om weer in te gaan ademen helemaal onderdrukken. In die gevallen komt er geen benauwd gevoel meer en dit kan uiteindelijk leiden tot verdrinking! 

Het is inderdaad nodig om de longen volledig - zonder te forceren overigens - te vullen met lucht. Er is dan een ruime voorraad aan zuurstof die langzaam uitgewisseld wordt met kooldioxide. Omdat de longen volledig gevuld zijn, kan er geen tekort aan zuurstof ontstaan.

Als de longen  niet volledig worden gevuld, kan er meer CO2 in de longen worden opgeslagen waardoor er minder verzadiging in het bloed optreedt. Hierdoor is het inhouden van de adem mogelijk wat langer vol te houden,  maar het dwingende effect op het ademcentrum is daardoor ook minder. De scores van hoe lang je de adem kunt inhouden zijn van ondergeschikt belang. Door de longen volledig te vullen wordt de grens wanneer het ademcentrum de ademhaling triggert verlegd.

Let er wel op dat volledig vullen van de longen niet betekent dat er met hoge druk ingeademd moet worden. De longen bestaan uit een zeer flexibel materiaal waar veel rek in zit. Daardoor kan de druk in de longen hoog of laag zijn. Adem dus in totdat de longen vol zijn en stop dan. Te hoge druk maakt het lastig om de adem goed in te houden en kan leiden tot vervelende klachten zoals oorpijnen of ruis in de oren. Als je merkt dat je tijdens het inhouden van de adem lucht moet wegslikken, dan heb je een te hoge druk gezet. 

Oorklachten kunnen inderdaad voorkomen. De meest voorkomende oorzaak is het dichtknijpen van de neus tijdens het inhouden van de adem, of door in te ademen met een te hoge druk.  Door deze manieren van oefenen wordt onbewust de ademdruk van de longen verlegd naar het binnenoor (via de buis van Eustachius). Die druk op het oor kan na verloop van tijd tot oorklachten leiden. 

Een en ander valt of staat met een goede techniek. Let erop dat je de adem wordt vastgehouden met de borstspieren. Laat de druk niet in de mond komen, want dan wordt er teveel druk naar het oor geleid. Het is zoeken naar een comfortabele manier van oefenen. Probeer het gewoon uit, maar zorg dat je geen last hebt of krijgt van je oren. 

Een goede manier om te testen dat er geen druk in de mond ontstaat, is om tijdens het inhouden van de adem even de mond open te doen. Er mag dan geen lucht ontsnappen. neem als u toch last krijgt van uw oren meteen contact op met HyperVen . Wij kunnen u dan helpen om uw techniek te verbeteren. 

Er moet minimaal een paar uur zitten tussen een maaltijd en de HyperVen therapie. Na de maaltijd komt de verbranding op gang om het eten te verwerken. Die verbranding produceert veel kooldioxide. Daardoor wordt het resultaat van de therapie negatief beïnvloed. Dat reflecteert zich dan ook meteen in de scores, die significant lager zijn direct na een maaltijd.

Bovendien is het onderdruk zetten van het middenrif met een volle buik ook niet bevorderlijk voor de spijsvertering. Dus het is het beste om voor het eten te HyperVennen. Dit geldt voor alle maaltijden: ontbijt, lunch en diner, ongeacht hoe laat je eet. 

Tijdens de oefeningen met de HyperVen therapie wordt er altijd maximaal ingeademd, waardoor de longen en het bloed verzadigd worden met zuurstof. Daardoor is er geen gevaar dat er een tekort aan zuurstof ontstaat. De kritieke grens ontstaat pas als de adem ongeveer  5 minuten wordt ingehouden.  Om deze reden is er een veiligheid grens van 180 seconden (= 3 minuten) in het programma ingebouwd.  Als deze grens overschreden wordt, stopt het HyperVen programma en krijgt de gebruiker een melding om contact op te nemen met HyperVen. 

Wij adviseren met klem iedereen die de HyperVen therapie doet, om zich te houden aan deze limiet van het programma. Deze limiet bewust overschrijden levert een direct gevaar op! Daarbij is het kunnen inhouden van de adem van 180 seconden of langer een  directe indicatie dat er van chronische hyperventilatie geen sprake meer kan zijn. 

Dat je juist tijdens de therapie een hyperventilatie aanval kan krijgen, is ongebruikelijk maar niet onmogelijk. Tijdens de trials ondervindt de zuurgraad van het bloed  een significante verhoging. Het ademcentrum zal hierop reageren met versnelde ademhaling in de poging de zuurgraad terug te regelen naar het ingestelde niveau.

Met name in de pauze tussen de trials kan dan de ademhaling hierdoor escaleren (soms zelfs zonder daar iets van te merken). De zuurgraad kan in korte tijd nogal fluctueren en daardoor een reactie veroorzaken. Tevens worden allerlei processen in het lichaam beïnvloedt door de snel wisselende zuurgraad die ook een reactie kunnen triggeren. Een aanval zou hierdoor kunnen voorkomen, maar in onze ervaring gebeurt het zeer zelden. 

De longen gaan pas een hernieuwde gaswisselingscyclus aan, op het moment dat je weer gaat inademen en er verse zuurstof in de longen komt. Tot die tijd zijn de longen eerst verzadigd met zuurstof en later met kooldioxide. De zuurstof neemt af en de kooldioxide toe. Hoe langer het opnieuw inademen kan worden uitgesteld, hoe meer de kooldioxide zich in het bloed ophoopt (de verzuring van het het bloed neemt hierdoor toe). Als dit vaak genoeg wordt gedaan, gaat het ademcentrum de hogere zuurgraad beschouwen als de nieuwe normaalwaarde en zich langzamerhand hier op instellen. Dat is de werking van de HyperVen therapie 

De buffer is eigenlijk de resultante van de instelling van het ademcentrum. Bij een bepaalde instelling volgt automatisch dat het ademcentrum een bepaalde hoeveelheid buffer zal proberen te handhaven in het bloed. Tijdens acute hyperventilatie kan de buffer snel dalen, maar meestal zal het gemiddeld niveau in overeenstemming zijn met hoe het ademcentrum is ingesteld. 

Tijdens de oefeningen wordt er  dus - in tegenstelling tot wat veel mensen denken - niet onmiddellijk nieuwe buffer aangemaakt. De oefeningen zorgen ervoor dat het bloed telkens wat zuurder wordt, doordat er steeds meer opgeloste CO2 in het bloed komt door het inhouden van de adem. Het ademcentrum zal steeds weer proberen om te compenseren door de ademhaling te triggeren. Gelukkig kunnen wij - met ons bewustzijn - deze automatische ademhaling tegenhouden. Hierdoor wordt de trigger voor het inademen van het ademcentrum steeds een stukje verlegd. 

Doordat het bloed verzuurt tijdens de trials, en doordat die situatie gedurende wat langere tijd blijft bestaan, neemt het ademcentrum (geleidelijk) een andere instelling aan ten opzichte van die zuurgraad in het bloed. Als het ademcentrum is 'overgehaald' om een nieuwe instelling aan te nemen, volgt daar automatisch een nieuwe bufferwaarde uit, en zal het ademcentrum de buffer op de nieuwe instelling gaan handhaven.

In de praktijk zien we dat dat vaak met vrij plotselinge aanpassingen van ademcentrum gebeurt. In de HyperVen voortgangsgrafiek zien we dan een plotselinge stijging, waarna het niveau weer een tijdje stabiel blijft. Het kan frustrerend zijn voor de gebruiker van het HyperVen programma als de score gedurende langere tijd niet willen stijgen.

Stress is een relatief grote factor in dit proces. Stress maakt ons zenuwstelsel resistent tegen verandering. Daarom heeft het ademcentrum bij veel opgeslagen stress extra moeite met het doen van aanpassingen, hetgeen een oorzaak kan zijn voor het niet willen stijgen van de grafiek. Bij een relatief stressvrij zenuwstelsel, past het ademcentrum zich relatief gemakkelijk aan en stijgt de grafiek al gauw tot boven de drie minuten. Omdat stress vaak de bepalende factor is in het ontwikkelen van het chronische hyperventilatie syndroom is, compliceert dat het veranderen van de instelling van het ademcentrum.  Hierdoor kan de HyperVen therapie lang(er) duren en voelt deze dan vaak ook een stuk zwaarder.

Het ademcentrum is behoudend in het doen van aanpassingen. Dat is een beschermingsmechanisme van het lichaam om te zorgen dat het ademcentrum - en daarmee ook de zuurgraad en buffer in het bloed - stabiel blijft. Deze stabiliteit gaat pas tegen ons werken als we gedurende langere tijd hyperventileren. Meestal worden de effecten van chronische hyperventilatie pas na een ongeveer een half jaar of langer evident. We gaan pas de symptomen en klachten ervaren als de buffer een kritische waarde heeft bereikt. 

Als het middenrif begint samen te trekken tijdens het inhouden van de adem of tijdens de uitademing, is dat een teken dat er geforceerd wordt geoefend. Het wordt veroorzaakt omdat het ademcentrum de inademing al triggert, terwijl de adem nog wordt ingehouden of wordt uitgeademd. De trigger ontstaat doordat het ademcentrum is ingesteld op een lagere zuurgraad dan de - door het inhouden van de adem- in het bloed ontstane zuurgraad. 

Het toont weliswaar het verleggende en dwingende effect aan dat van de HyperVen therapie uit gaat, echter adviseren wij om iets eerder uit te ademen. De therapie wordt er ongemakkelijk door en het versnelt het mechanisme van de therapie niet echt. Het effect van het trekkende middenrif neemt in een later stadium van de therapie overigens af. Het is - met name in het begin - vaak even zoeken naar de balans tussen zo goed en zo lang mogelijk de adem inhouden, zonder dat het oncomfortabel wordt. Meestal vind men na enige tijd deze balans vanzelf. 

Bij nagenoeg iedereen fluctueert de tijd dat je de adem kunt inhouden, ook bij mensen die geen last hebben van chronische hyperventilatie. Er zijn een aantal primaire factoren die bepalen hoe lang men de adem kan inhouden, waarvan de belangrijkste natuurlijk de instelling van het ademcentrum is. Daarnaast spelen ook deze factoren een belangrijke rol: lichaamsbouw, conditie, longinhoud, wel of niet roken, enzovoort. 

Secondaire factoren zorgen echter voor steeds weer wisselende scores. De belangrijkste hiervan zijn stress, levensstijl en psychosociale situaties. Als je bijvoorbeeld een keer laat naar bed gaat kunnen de scores meteen sterk beïnvloedt worden, Hetzelfde geldt voor stress. Dat kan zijn stress die je overdag opdoet in allerlei psychosociale situaties, of stress uit het verleden die verwerkt wordt. De invloed hiervan op de scores kan behoorlijk zijn. 

Daarnaast kunnen de scores tijdens de sessies al enorm verschillen. Bijna iedereen ervaart dat de eerste trials een significant lagere scores hebben dan de volgende trials in een sessie. De verklaring hiervoor lijkt te zijn dat het lichaam eerst tot een bepaald rustniveau moet komen. Na de eerste (en soms ook de tweede trial) gaan de scores omhoog. Wat we ook vaak zien, is een verschil in scores in de ochtend- en avondsessies. Dat kan mede te maken hebben met vermoeidheid en stress. Hierbij rapporteren sommige mensen dat het in de ochtendsessies beter gaat, terwijl het bij anderen juist in de avondsessies beter gaat.

Contra-intuïtieve scores

Een belangrijk aspect om te begrijpen als je de HyperVen therapie doet, is dat de scores van trials en individuele sessies vaak contra-intuïtief zijn. Daarmee wordt bedoeld dat hoge trial-scores niet meteen betekenen dat je een goede sessie hebt. Als je een dag veel hebt gehyperventileerd, zal de zuurgraad in het bloed laag zijn. De scores van de trials zullen daarom hoger uitvallen, Dat kan zelfs een behoorlijke stijging van de grafiek veroorzaken. Toch is die dag niet per definitie een goede dag voor de therapie geweest, door het vele hyperventileren. Vanwege deze reden raden wij mensen altijd aan om niet teveel te letten op die scores van individuele sessies.  

Meestal kan men stoppen zodra de grafiek begint af te vlakken na een aanvankelijke stijging.  Omdat men meestal niet in de gelegenheid is om naast de voortgangsgrafiek ook echte zuurgraadmetingen te laten doen, is men afhankelijk van secondaire aanwijzingen, De belangrijkste hiervan is in hoeverre de symptomen en klachten zijn afgenomen. In sommige gevallen kan het daarom raadzaam zijn om nog even door te gaan. Het is een kwestie van aanvoelen omdat er ook niet echte richtlijnen zijn te geven. 

Ook als men is gestopt met de HyperVen therapie zal het genezingsproces door blijven gaan. De reden hiervoor is dat de veranderde zuurgraad en kooldioxidebuffers, alsmede het wegblijven van de klachten, een positief feedbackmechanisme op gang heeft gebracht in het individu. De koppelingen angst-hyperventilatie-angst zijn doorbroken en het daardoor verbeterde psychologische profiel van de patiënt zorgt dat de voedingsbodem voor de chronische hyperventilatie is verdwenen.

Bij sommige mensen zien we - vooral in het begin van de de HyperVen therapie - een tijdelijke toename van de symptomen en klachten door het doen van de therapie. Soms ook treden er nieuwe verschijnselen op. De oorzaken hiervan kunnen divers zijn: 

De therapie forceren

Vaak forceren we - vooral in het begin - het inhouden van de adem, waardoor diverse nieuwe klachten zich kunnen voordoen. Voorbeelden zijn pijn aan de oren (druk op het binnenoor via de Buis van Eustachius) of bijvoorbeeld last van de keel. Dit wordt meestal veroorzaakt omdat men in het begin te hoge druk zet bij het vasthouden van de adem.

Overgevoeligheid van het ademcentrum

het ademcentrum is erg gevoelig geworden voor stijgingen van de CO2 in het organisme, waardoor ons lichaam heftig(er) reageert op de stijgingen van die CO2 spiegel. Ons lichaam reageert te snel of te heftig op de veranderingen die we in gang zetten door de oefeningen. Daardoor kunnen de bekende klachten zich tijdelijk verergeren. Het lichaam is een subtiel mechanisme. Als de veranderingen te snel gaan, is dat voor het ademcentrum en het organisme en haar processen moeilijk te volgen.

Focus op de klachten

De focus van de patiënt richt zich op de symptomen en klachten. Omdat men actief aan de slag gaat met de chronische hyperventilatie en de bijbehorende symptomen en klachten, ontkomt men er niet aan dat men zich sterk(er) gaat focussen op die klachten. En net als een pijn die erger wordt als men er op focust, worden ook de klachten van de hyperventilatie schijnbaar erger als men zich erop focust. Dit is een van de meest voorkomende oorzaken van de toename van klachten, vooral in het begin van de HyperVen therapie

Ontstressingsklachten

Door de hoge ontspanningswaarde van de oefeningen, treedt een fenomeen op dat je ook ziet bij yoga en meditatie, namelijk het ontstressen van het lichaam komt - met name door het hoge rustniveau tijdens de oefeningen met HyperVen - op gang, tijdens maar vooral ook na de oefeningen. Hoewel dit ontstressen meehelpt aan het genezingsproces, is het hanteren van de vrijkomende stress vaak moeilijk, vooral voor mensen die toch al last hebben van chronische hyperventilatie klachten.

Vaak gaan stress en chronische hyperventilatie hand-in-hand. Stress is één van de meest voorkomende oorzaken van chronische hyperventilatie. Het ontstressen brengt oude onverwerkte stress aan de oppervlakte. De klachten die zich daardoor manifesteren, zijn angsten en moeheid bijvoorbeeld. Als stress één van de hoofdoorzaken is, kan extra ontspanning zoals sporten, meditatie, ontspanningsoefeningen en soms ook medicatie noodzakelijk zijn. Als ons lichaam nog teveel stress vasthoudt, kan dat ook een reden zijn dat de scores slechts langzaam stijgen.

Acidose

Bij extreem hoge scores (bij sommige mensen wil dat wel eens het geval zijn), treedt er een verschijnsel op dat acidose wordt genoemd: een lichte verzuring van het organisme. Het is niet goed om te snel veranderingen aan te brengen. De lichaamsprocessen hebben tijd nodig om zich in te stellen op de veranderende waarden. Processen gaan anders verlopen en dat levert signalen van de zenuwuiteinden op. De hersenen interpreteren die signalen soms als klachten en dat kan wel eens leiden tot extra bezorgdheid. Het is een kwestie van aanvoelen wat het lichaam kan (en wil) hebben. De de HyperVen therapie is per definitie een langzaam proces, waarbij het lichaam de tijd moet krijgen om zich in te stellen op de nieuwe zuurgraad van het bloed. 

De HyperVen therapie zorgt ervoor dat de instelling van het ademcentrum wordt verlegd en daardoor worden de kooldioxidebuffers aangevuld en genormaliseerd op een zodanig niveau, dat hyperventilatie weer normaal kan worden opgevangen. De anticipatie op de volgende hyperventilatie aanval, is vaak al voldoende om mensen die hyperventileren een volgende aanval te bezorgen. Maar als er voldoende buffer aanwezig is, blijft die aanval weg en neemt het vertrouwen van het individu in het eigen lichaam weer toe. Dat vertrouwen neemt vaak zover toe, dat ook de angst voor de hyperventilatie zelf langzaam verdwijnt.

Wij adviseren om minimaal twee sessies per dag te doen. Eén sessie per dag is eigenlijk even te weinig om een cumulatief effect te krijgen. Het is het beste om het ademcentrum een paar maal per dag aan een hoger kooldioxideniveau in het bloed bloot te stellen. Dan past het ademcentrum zich sneller aan. Als men erg krap in de tijd zit, dan is twee sessies van 5 trials beter dan één sessie van 10 trials per dag. Eén sessie per dag werkt op zich wel, alleen zal de therapie dan waarschijnlijk langer duren.

Meer dan 10 trials per sessie of meer dan 3 sessies per dag doen, raden wij sterk af vanwege de volgende redenen: 

Lichamelijke vermoeidheid

Als je de oefeningen te vaak doet dan treed er een lichamelijke vermoeidheid op, die het verloop van de therapie negatief beïnvloedt.

Psychologische vermoeidheid

De oefeningen zijn behalve fysiek ook mentaal vrij zwaar. Als je ze te vaak en te lang doet, loop je het risico dat de oefeningen je gaan tegenstaan. Dat kan zo erg worden, dat je helemaal met de therapie wilt gaan stoppen. Deze therapie vereist een sterke discipline en die moet gedurende een aantal maanden worden volgehouden. Als men teveel gaat doen, ondermijnt men de psychologische vastberadenheid die men in het begint altijd wel heeft. 

Fysieke belasting

Tijdens het inhouden van de adem, worden de longen en luchtwegen onder relatief grote druk gehouden. Als je de oefeningen te lang en te vaak gaat doen, kunnen er klachten kunnen ontstaan zoals een zere keel, pijn op de borst en extreme vermoeidheid.

Het is belangrijk om te beseffen dat het genezingsproces een geleidelijk proces is, waarbij de grafiek langzamerhand steeds hoger klimt. Het heeft geen zin om te proberen dit proces te forceren. Forceren leidt over het algemeen tot een voortijdig stoppen met de therapie.

Een fixatie op de ademhaling komt vaak voor bij mensen met chronische hyperventilatie, vooral als ze weten dat ze hyperventileren. Zet letten de hele dag op hun ademhaling en proberen die vaak zelf te sturen.  De ademhaling zelf gaan te regelen is absoluut zonde van de moeite en tijd. De ademhaling moet volledig aan het ademcentrum overgelaten worden, behalve tijdens de oefeningen met HyperVen. Hoe vaak je ook bezig bent met het zelf regelen van de ademhaling, het zal niets veranderen aan de instelling van het ademcentrum. Die instelling kan alleen worden gewijzigd door de oefeningen met HyperVen.

Steeds op de ademhaling letten is vermoeiend, stress-verhogend, en het heeft geen invloed. Je kunt het jezelf afleren door het systematisch te gaan vervangen door iets anders. Elke keer als je bezig bent met de ademhaling, ga je iets anders doen, bijvoorbeeld een liedje fluiten. Door dat systematisch en steeds weer en weer te doen, verdwijnt langzaam maar zeker de fixatie op de ademhaling. De ademfocus is een reflex die moet (en kan!) worden afgeleerd. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Om de ademfocus kwijt te raken, moet men bovenstaande aanwijzingen doorzetten. Vooral in het begin moet men hier veel tijd in steken.